Translate

maandag 8 december 2014

Casper Hartman, reporter aan het front



Onlangs nog gaf hij een feestje. Ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag. Tot mijn genoegen mocht ik samen met iemand anders meewerken aan de voorbereiding en de organisatie. We kregen de vrije hand. Met dien verstande dat hij drie dingen absoluut niet wilde. Drie uitsluitende voorwaarden. Eén: geen gedoe vóóraf en geen verplichtingen voor zijn gasten. Twee: hij wilde beslist niet toegezongen worden. En hij wilde al helemaal niet aan zijn 75e verjaardag herinnerd worden. Drie voorwaarden die de man typeren. Alles moet een beetje losjes, zelf niet in het middelpunt en de ouderdom schuift hij liever nog even voor zich uit.




Passie voor schrijven

Casper Hartman. Voormalig ondernemer in het publieke domein. Ik ken hem al een jaar of twintig. Ons eerste contact kan ik me al niet meer herinneren. Hij was directeur van een opleidingsinstituut waar ik een lange en intensieve cursus had gevolgd. Na afloop daarvan vonden we elkaar in een gemeenschappelijke passie: schrijven. Hij gaf mij een opdracht voor een boekje over opdrachtgeven en opdrachtnemen. Daarmee was Casper zijn tijd ver vooruit. Hij liet mij mijn gang gaan. Ik herinner me nog zijn reactie op een eerste concept. Dat was aardig, maar toch niet wat hij voor ogen had. Op een plezierige manier bood hij aan om samen met een aantal collega's mee te schrijven. Het boekje werd een succes, beleefde een aantal herdrukken en wordt nog steeds verkocht. Dat succes interesseert hem niet, hij kent die verkoopcijfers niet eens.


Bril

In dat boekje figureert een bril als symbool. Een bril om, zoals hij het zelf omschreef, de VER-gezichten in de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer te kunnen zien. Pas jaren later realiseerde ik me dat dat symbool meer over Casper zei dan over het onderwerp van het boekje. Casper, zelf niet brildragend, zet bij het schrijven altijd een bril op om de werkelijkheid net even anders te kunnen bekijken.


Van iets wegkijken

Jaren later, in 2008, kreeg ik een boek van hem cadeau voor mijn verjaardag. Nachtoog van Erik Oger. Over schuine wegen van de filosofie. Wéér dat oog, wéér dat zien. Met zinnen waar Casper zelf zijn vingers bij afgelikt moet hebben. "Van iets wegkijken zonder het uit het oog te verliezen. (...) We moeten ons behelpen met ons nachtoog, met een kijken vanuit de hoeken." Voor de gewone stervelingen onder ons: soms zie je iets beter wanneer je er niet recht naar kijkt, maar net ernaast. Dat is wat Casper doet en anderen leert.




Beheerste anarchist

De afgelopen tien jaar liet hij dat zien in zijn boekjes over frontlijnsturing. Boekjes waarin hij onverholen zijn sympathie etaleert voor mensen die in de wijken in grote steden in de vuurlinie, aan het front, werken. Buurtwerkers dus. Die mensen hebben volgens hem recht op een eigen ruimte om beslissingen te nemen. Zij moeten zich niet al te veel gelegen laten liggen aan de logica van de bureaucratie. Die verplicht hen om voor elke beslissing toestemming van hogerhand te vragen. Op een subtiele manier laat hij zijn weerzin tegen die bureaucratie blijken. Proef die gram in de volgende passages die hij, soms met collega Pieter Tops, vanuit zijn nachtoog optekent.

"Het is alsof de realiteit aan de frontlijn wegebt in abstracte ordeningen en procedures, die geleidelijk uit het zicht verdwijnen".

"Ik hoor de vrees uitspreken dat de balans tussen 'guerilla' en structuur naar de structuur is doorgeslagen."

"Er is toch een soort vanzelfsprekendheid dat er eerst systemen, structuren, of een beleid moeten worden ontworpen voordat er goed gehandeld kan worden. Dat het andersom niet alleen kan, maar vaak ook beter werkt, is lastig aanvaard te krijgen".


Eigenlijk is Casper een beheerste anarchist. Ruimte en wanorde binnen een heel los kader, binnen een sfeer. Net zoals op zijn feestje. Een plezierige non-conformist, zo zouden we hem ook kunnen noemen. Je zou dat anarchistische niet snel vermoeden, want hij is zo vriendelijk. Maar dat verlangen naar prettige chaos kenmerkt hem ten diepste.


De wereld als een frontlinie

In die wijken loopt hij wat rond. Net als op zijn feestje ook hier niet in het middelpunt, maar gewoon, als een reporter. In die rol voelt hij zich het meest comfortabel. Waarnemen, impressies noteren, beetje interviewen. En daarna lekker een boekie schrijven. Ik mocht regelmatig zijn concepten van commentaar voorzien. In de loop der jaren zag ik hoe frontlijnsturing een passie voor hem werd, een manier van kijken. Hij ziet de wereld als een permanente frontlinie, als een veld waar continu strijd wordt geleverd. Waar voortdurend conflicten woeden tussen bureaucratie en veldwerkers. Zijn directe woonomgeving bijvoorbeeld. Met lede ogen zag hij hoe buren zich als frontwerkers inspanden om die omgeving te verbeteren, maar het onderspit delfden tegen de machtige machinerie van een grote gemeente.


Leesclub zonder boek

De laatste jaren ontmoeten we elkaar regelmatig in een leesclub. Die bezoekt hij altijd zonder het te bespreken boek mee te nemen. Hij heeft het verhaal in zijn hoofd. Casper schuift aan en luistert. Koppelt de inhoud van het boek aan iets wat hij elders heeft gezien. En verbindt dan plotsklaps dat boek aan de inhoud van de vier boeken die we hiervoor gelezen en besproken hebben. Dan wordt het even stil in de club. Zoveel samenhang, dat ziet alleen hij.

Tot slot, die ouderdom. Die wil hij dus nog even niet onder ogen zien. Daarin is hij effectief. Casper oogt niet als een 75-jarige. Lichamelijk nog fit, geestelijk nog scherp. Ik kan me niet voorstellen dat dat bij zijn 80e verjaardag anders is. Die fitte en scherpe jaren zijn hem gegund.


Paul Strijp, 7 december 2014