Welcome Paul, welcoooooooom!
Zijn gastvrijheid snelde hem vooruit. Door de intercom van de flat waar hij woonde. Bij zijn woning aangekomen stond het raam van de keuken altijd open, winter en zomer. Binnen een seconde had je in de gaten hoe hij zich echt voelde. Daar hoefde je niet eens een bijzondere intuïtie voor te hebben. Hier woonde een gevoelsmens, een man die zijn echte stemming niet kon verbloemen. Soms was die uitgelaten. Dan rende hij door zijn huis als een jong hert. Maakte een sprongetje. En herhaalde: welcome Paul, welcoooooooom! Steevast gevolgd door de vraag: hoe gaat het met je vrouw en kinderen? Op andere momenten was hij verdrietig. Moeilijk, moeilijk, mompelde hij dan.
Schriftje en pen
Mohammad. In 2015 naar Nederland gekomen met de grote stroom Syrische vluchtelingen. Na een reis van 40 dagen door de ijskoude woestijn waar een vriend die ook op de vlucht was, overleed. Hij verkreeg de verblijfstitel van statushouder, waarmee de overheid erkende dat een terugkeer naar het Syrië-van-Assad onverantwoord was. Na het behalen van zijn inburgeringsdiploma een aantal jaren later verwierf hij de Nederlandse nationaliteit. Daar was hij trots op. Hij hield van Nederland, zoals hij ook van Diemen hield. 'Nederland mooi, Diemen mooi.' Over een vijandig klimaat jegens nieuwkomers hoorde je hem nooit.
De eerste jaren hielp ik hem met taallessen. In aanvulling op alles wat hij bij de inburgeringscursussen leerde. Hij toonde zich zeer leergierig. Altijd schriftje en pen bij de hand. Noteerde alle fruit, groenten en kruiden die hij bij de supermarkt wilde kopen. Koriander, peterselie, munt. Maar ook ingewikkelder zaken zoals de vergrotende trap, sterke werkwoorden, voegwoorden en bijzinnen wilde hij begrijpen. Het mooiste waren de momenten waarop je het kwartje bij hem zag vallen. Als hij een door mij bedachte oefening goed maakte, toonde hij zich bescheiden en trots tegelijk. In later jaren, toen hij de Nederlandse taal redelijk beheerste, probeerde ik hem de weg te wijzen door bureaucratisch Nederland. Uit die contacten groeide een vriendschap.
Trots
Bij binnenkomst vroeg hij steevast: 'Paul, koffie?'. Met luide stem en licht plagende ondertoon. Want hij wist dat ik 's avonds geen koffie drink. Mijn standaard antwoord luidde: 'Neen, thééééé'. Hij maakte dan Arabische thee voor me. Thee die een paar minuten moet trekken, met een witte doek om de pot. Om me daarna duidelijk te maken dat Arabische thee smaakvoller is dan de thee uit zakjes die wij drinken. Die vond hij maar niks. Ook hier proefde je weer die Arabische trots. Verder was er altijd zoetigheid, veel zoetigheid. Dan kon hij dwingend zijn. Voor argumenten dat je een beetje op je lijn wilde letten, was hij niet gevoelig. Tijdens de ramadan trakteerde hij je met je hele familie op copieuze maaltijden. Die begonnen rond 11 uur 's avonds.
Troost
Bijna altijd stond een Arabische televisiezender aan. Daarop domineerde het voetbal. Mohammad was voetbal. Voetbal was zijn troost, zijn verbinding met de buitenwereld. Vooral met Engeland en Spanje. 'Kom je vanmiddag Liverpool - Arsenal kijken? Van Dijk is goed'. Het laatste jaar was hij een groot aanhanger van Ten Hag, trainer van Manchester United. 'Ik houd van die man.' Vooral de wijze waarop Ten Hag superstar Ronaldo aan de kant had gezet, kon Mohammad waarderen. Hij maakte een wegwerpgebaar. 'Weg met Ronaldo.' In Spanje was hij idolaat van Real Madrid, met Barcelona had hij niks.
Waarom, waarom?
Een paar weken later zocht ik hem op, hij was weer in het ziekenhuis opgenomen. Hij was bij bewustzijn, maar reageerde nauwelijks. 'Paul, my friend Paul' waren de laatste woorden die hij tot me sprak.
Paul Strijp, 5 mei 2023