Zaterdagochtend, iets voor half negen. Het winkelcentrum in
Diemen is nog vrijwel leeg. De Turkse groenteboer vult zijn schappen, de
verkoper van de Bruna slijt zijn eerste weekendkrant. Voor het overige een
enkele matineuze passant. Ik wacht voor een gesloten deur. De deur van de Salon
van Diemen, mijn kapperszaak. Ontbeten heb ik nog niet, dus ik eet een boterham
die ik van huis heb meegenomen. De Turkse groenteboer kijkt me wat meewarig
aan. Je hoort hem denken: wat doet die man
daar? Het antwoord luidt: ik wil als eerste geknipt worden vandaag. Geknipt
door Oepke!
Mijn keuze voor een kapper verloopt net als die voor een
tandarts. Je gaat er een keertje heen, bijvoorbeeld voor een spoedbehandeling en
je gaat er tot je eigen verrassing nooit meer weg. Zo moet het bij Oepke ook
gegaan zijn. Vraag me niet wanneer en waarom. Maar waarschijnlijk had ik een lichte
onvrede bij mijn vorige kapper. ‘Geknipt
worden’ was daar een verplicht nummer, een onderdeel van je ‘to do’-lijstje. Geknipt worden door
Oepke is een belevenis, iets waarop je je kunt verheugen. Dat heb ik niet
alleen, dat heeft ook mijn zoon. “Binnenkort
weer naar Oepke” zegt hij met een glimlach en we begrijpen elkaar.
Die belevenis begint al om half negen als de deuren van de
salon opengaan. Grote witte banken waar je op kunt neerploffen. Voortreffelijke
koffie. Een weldadig begin van het weekend. De vermoeidheid van de afgelopen
week zit nog in je lijf en lost heel traag op. De telefoon rinkelt met een
zekere regelmaat. Klanten van wie er velen door Oepke behandeld willen worden.
De klok kruipt naar negenen. Dan weet je dat je haren elk moment gewassen kunnen
worden. Achterover met je hoofd in de wasbak, heerlijk stromend warm water, een
gevoel een massage te ondergaan, je ogen dicht om te genieten. Met een handdoek
om je schouders, terwijl er nog druppels naar beneden vallen, kom je vervolgens
in handen van Oepke. Grote handen. Zeker zijn eerste ingrepen voelen als van dik hout.
Waarin schuilt het geheim van Oepke? Moeilijk te zeggen. Touch, de sfeer, de vertrouwdheid, de
aandacht, het je belangrijk voelen. Oepke spreekt je consequent met je voornaam
aan. Oepke is een Friese jongen. Uit Bolsward. Hij vertelt liefdevol over zijn
ouders. Die moeten hem een warm nest hebben gegeven. En nog steeds, want hij
komt er ook nu nog regelmatig. Hij informeert ook naar jouw leven en deelt zijn
worstelingen met dit aardse bestaan. Vroeger vijf dagen werken, dat is nu te
veel. Op zoek naar de balans in zijn leven heeft hij nu een vrije dag in de
week.
Niet te kort, Oepke
Licht besmuikt merkt hij op dat ik mijn nekharen weer eens te hoog heb
opgeschoren. Oepke geeft dan een prettige reprimande en herstelt de schade. Als
een vakman. Niet dat ik veel kennis heb om dat te beoordelen. Evenmin heb ik
een uitgesproken mening over hoe mijn haren moeten vallen. Meestal zijn het
toch de instructies van het thuisfront die ik aan Oepke overbreng. “Niet te kort, Oepke, dat is het
belangrijkst”. Oepke verknipt zich nooit. Als het kapsel zijn voltooiing
nadert, richt hij zijn borst naar voren. Hij gaat kaarsrecht staan en wrijft de
gel in je haren. Vol trots laat hij in de spiegel de achterkant van je kapsel
zien. Ik weet niet goed of hij van het compliment geniet of dat hij het
routinematig in ontvangst neemt.
Geblesseerd voor langere tijd. Aan zijn schouder. Dat kreeg
ik onlangs te horen toen ik de salon bezocht. Dat moet pijnlijk voor hem zijn. Zowel
letterlijk als figuurlijk. Mijn zoon en ik wilden nog een afspraak met hem
maken voor het knippen van de Pellè-coupe. Dat zou Oepke wel willen proberen,
zei hij een tijdje terug. “Die noemen wij
de crisis- of de jaren vijftig coupe”. Had hij nog nooit geknipt, maar hij
probeert wel eens wat nieuws door goed naar kapsels op televisie te kijken. Ik
wens Oepke sterkte. Dat hij snel de Pellè-coupe bij mijn zoon mag knippen!
Paul Strijp, 27 februari 2014